Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet inkomstenbelasting 2001

 

Artikel 3.104 Vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen
Tot de aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen behoren niet:
a
uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
b
uitkeringen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet en het kindgebonden budget op grond van de Wet op het kindgebonden budget;
c
uitkeringen ingevolge artikel 4.3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
d
uitkeringen in de vorm van een gift of een voorwaardelijke gift ingevolge de Wet studiefinanciering 2000;
e
uitkeringen als bedoeld in de artikelen 7.51, eerste tot en met zesde lid, 7.51a en 17.10 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
f
uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Wet werk en bijstand die zijn bedoeld ter dekking van bepaalde noodzakelijke kosten, waaronder begrepen uitkeringen als bedoeld in artikel 36 van die wet;
g
kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen op grond van de Wet kinderopvang;
h
op het inkomen van de belastingplichtige afgestemde uitkeringen die bij ministeriële regeling worden aangewezen, voorzover zij volgens die regeling zijn bedoeld ter dekking van:
1
bepaalde noodzakelijke kosten van huur van een woning of een woonwagen;
2
bepaalde noodzakelijke kosten in verband met de verkrijging of het behoud van een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, waarbij voor de toepassing van de regeling inzake de aftrek van de op de voordelen uit die woning drukkende kosten als bedoeld in artikel 3.110 deze uitkering geacht wordt wel te zijn aangewezen;
3
bepaalde noodzakelijke kosten in verband met opleiding of studie;
4
bepaalde noodzakelijke kosten die naar aard en strekking overeenkomen met kosten als bedoeld in onderdeel f;
5
bepaalde noodzakelijke kosten van huishoudelijke hulp;
i
bij ministeriële regeling aan te wijzen uitkeringen die zijn bedoeld ter dekking van onderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen;
j
uitkeringen krachtens artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
k
de zorgtoeslag op grond van de Wet op de zorgtoeslag;
l
uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
m
bij ministeriële regeling aan te wijzen uitkeringen die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen als bedoeld in de onderdelen a tot en met l;
n
uitkeringen ingevolge artikel 118a, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;
o
uitkeringen op grond van buitenlandse regelingen die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen als bedoeld in de onderdelen a tot en met n.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •